Poppenkast brengt de stad tot leven (interview)
Theatergezelschap Hotel Modern herneemt zijn eerste voorstelling, Heden Stad. Tien jaar na de première is er wel wat veranderd. ‘Wat is er toch met die kloterookmachine?!’ Een groepje theatermakers probeert controle te houden over een begrafenisstoet, een carnavalsoptocht en een communistische demonstratie, maar in de enorme hoeveelheid afspraken over licht, geluid en beweging laat het rookapparaat het afweten.
Gelukkig zijn de optochten alle drie maar één voet hoog. Het zijn ingenieuze constructies van poppen op wieltjes, door middel van touwtjes en stokken voortbewogen door de spelers van Hotel Modern. De groep herneemt na tien jaar de voorstelling Heden Stad, waar ze een dag en een nacht uit het leven van een grote stad tonen. In een studio in Delfshaven in Rotterdam staan manshoge kartonnen dozen als een skyline van flatgebouwen, witte broden worden bussen, de mensen worden gespeeld door parfumflesjes, bananen en bierblikjes.
‘Het is onze oervoorstelling,’ vertelt speler Pauline Kalker na de repetitie. ‘De eerste keer dat we met maquettes op het toneel werkten. Met de voorstellingen erna hebben we veel nieuw publiek gewonnen, dat we deze voorstelling ook graag willen laten zien.’
Dat publiek kwam af op bijzondere voorstellingen als De Grote Oorlog en Kamp waarin de groep maquettes combineerde met vingercamera’s en zo live-animatiefilms maakte over de Eerste Wereldoorlog en de Holocaust. Ze werden er wereldberoemd mee, en de voorstellingen spelen ze nog steeds, deze winter bijvoorbeeld in Moskou, Vancouver en Tokio.
‘Het was heel verfrissend deze voorstelling weer op te nemen,’ zegt speler Arlène Hoornweg. ‘Die heeft een optimistische blik op de wereld, een zekere levenslust.’ ‘Het is ons gelukt een mooie wereld te scheppen met deze voorstelling,’ vult Kalker aan. ‘Het is goed daarnaar terug te kijken na de heftige beelden uit de latere voorstellingen.’ ‘De techniek werd ook veel belangrijker,’ zegt Hoornweg. ‘Onze laatste voorstelling, Garnalen Verhalen, is state-of-the-art- videomontage. Dit is ouderwetse poppenkast, je trekt aan een touwtje en een poppetje komt tot leven.
Het hernemen van zo’n oude voorstelling heeft nogal wat voeten in de aarde. de constructies en de digitale bestanden van de soundscape waren er nog – ‘we bewaren zoveel mogelijk’- maar de videoregistratie laat niet alles zien. ‘Het blijft puzzelen,’ zegt speler Herman Helle. ‘Vooral wat betreft het licht. Sommige dingen moesten we opnieuw maken, maar het blijkt veel moeilijker te zijn dan tien jaar geleden om van die heel grote kartonnen dozen te vinden. Spullen worden blijkbaar anders verpakt.
Helle maakte ooit maquettes voor architect Rem Koolhaas. Sporen van diens ideeën over stedelijkheid zijn terug te vinden in de voorstelling. Helle: ‘Lange tijd werd de stad gezien als een probleemgeval. Steden zouden dorpser moeten worden om de stedelingen rust en ruimte te geven. Koolhaas zei juist dat steden werkten omdát ze chaotisch, druk en verstopt zijn. Hij pleitte voor méér dynamiek, meer hoogbouw. Zo’n veelkleurige stad wilde ik in deze voorstelling laten zien.’
‘Omdat we nu weer tien jaar verder zijn, ontwikkelt de betekenis van de voorstelling zich ook,’ stelt Kalker: ‘Na 9/11 en door een term als probleemwijken wordt die veelkleurigheid van de stad helaas negatief opgevat. Eén van de torens in het decor is een minaret: toen een grappig exotisch element, nu bijna een politiek statement.’
‘Maar het is in de eerste plaats een kijkspel,’ zegt Hoornweg: ‘De betovering van dag en nacht en het spel met lichtjes. En je mag zien hoe het gemaakt is; met herkenbare middelen laten we de hele wereld zien.’ ‘Het gaat om de stad als personage,’ vult Kalker aan. ‘Een levend wezen met gemoedstoestanden. Je moet het gevoel krijgen dat je op een wolkenkrabber staat en de hele stad ziet bewegen. En dat je een verrekijker hebt en helemaal op één raam kunt inzoomen.’
20-10-2009