Dankwoord bij Oeuvreprijs
Beste mensen van de NVP-UNIMA, beste leden van de jury, collega-makers,
-spelers en liefhebbers van poppenspel,
Wat een geweldige eer om de Wim Meilinkprijs te mogen ontvangen, we werden er een beetje rood en stil van.
Toen we het hoorden schrokken we wel even, een oeuvreprijs, nu al? Zijn we al zo oud?
Maar we zijn nog helemaal niet klaar! Maar trots zijn we natuurlijk wel heel erg, op deze erkenning, en ook wel op ons oeuvre-tot-nu-toe.
Toen we begonnen met ons maquette-theater, aanvankelijk nog zonder camera’s, hadden we niet bedacht dat wat we deden onder de noemer “poppenspel” zou vallen. Op onze opleidingen (Arlène en Pauline deden toneelschool en Herman kunstacademie) hadden we nooit met poppen- of objecttheater kennis gemaakt. Best vreemd eigenlijk als je bedenkt dat het maken van poppen en miniaturen misschien wel een van de oudste en meest universele cultuuruitingen is.
Plezier hebben in miniversies van de werkelijkheid ligt in de menselijke natuur besloten. Een van de oudste bekende kunstwerken is de Venus van Hohle Fels: een 40.000 jaar oud, 6 cm groot, bevallig vrouwfiguurtje van mammoetivoor. Bij de oude Egyptenaren werd met de overleden farao een hele samenleving in miniatuur mee-begraven, compleet met scheepjes, soldaten, vee, huisjes en ambachtslieden in actie. Menig vrachtwagenchauffeur heeft zijn wagen in miniatuur thuis op het dressoir staan en de volwassen dames en heren die met treinbanen spelen zijn zeker geen zeldzaamheid.
Het is nou eenmaal een enorme kick om een complete wereld te maken, bewoond door duizenden personages. Na onze eerste maquette-voorstelling wilden we niet meer anders.
Toen Herman een camera kocht en we onze maquettes gingen filmen kwamen er nog meer mogelijkheden bij: we konden onderzeeboten, vuurzeeën en complete ruimteschepen niet alleen het theater binnen brengen, maar als we de gefilmde beelden projecteerden konden we alles ook nog levensgroot weergeven. Met de komst van camera’s kwamen ook filmtechnieken als point of view en over-shoulder-standpunten onze theatertaal in, waarmee we letterlijk door de ogen van onze personages de wereld inkijken.
Een bekend uniek talent van poppen is hun vermogen even overtuigend te leven als te sterven. Poppen kunnen de grens tussen leven en dood overschrijden.
In ons werk gaan we regelmatig op zoek naar de doden in ons leven; overleden vaders, grootvaders, gesneuvelde soldaten of vermoorde concentratiekampgevangenen worden tot leven gewekt, om opnieuw te sterven, iedere voorstelling weer. De voorstellingen die we maakten over oorlogsgeweld spelen we nog steeds over de hele wereld; het is dan alsof we samen met het publiek rouwen om het oorlogsbeest dat in de mensheid huist. We zijn ons publiek dankbaar, voor de moed die ze hebben om getuige te willen zijn van de soms gruwelijke geschiedenissen die we verbeelden. We kregen warme, bemoedigende reacties van vele toeschouwers, van familieleden van oorlogsslachtoffers, maar ook bijzonder strijdbare reacties van mensen die in hun eigen maatschappij, in Europa, Amerika of Rusland, opnieuw het gevaar van populisme, discriminatie of tirannie zien opduiken.
Het maken en spelen van voorstellingen zoals we dat inmiddels al meer dan 20 jaar doen hebben we als een voorrecht beschouwd. We zijn dankbaar dat er tot nu toe subsidieregelingen waren die het mogelijk maakten. We maken ons wel zorgen over een overheid die het steeds vaker heeft over “eigen broek ophouden” en de waarde van kunst en cultuur niet altijd in lijkt te zien. Of over beleidsmakers die kunst vooral zien als middel om hun sociale agenda te dienen. Dat nodigt natuurlijk uit tot strijdbaarheid, we zullen de waarde van het nutteloze, van fantasie, verbeelding en kinderlijk plezier moeten blijven verdedigen. Iedereen hier weet dat cultuur kan doen bespiegelen, verbroederen, troosten, op stang jagen, emotioneren, maar ook dat ongrijpbare schoonheid zich niet laat vangen in prestatielijstjes waarachter plusjes en minnetjes gezet kunnen worden. We moeten ervoor zorgen dat ook nieuwe generaties theatermakers goede mogelijkheden blijven krijgen om aan te rommelen, om te zoeken, te ontdekken en tot bloei te komen.
Maar genoeg cultuurpolitiek nu, we gaan verder met mensen bedanken.
We maken onze voorstellingen meestal niet met z’n drieën. We werken graag samen met de geweldige componisten/performers Arthur Sauer en Ruud van der Pluijm, die beiden op hun eigen, door hen zelf ontwikkelde, en onnavolgbare wijze onze beelden live van geluid en muziek voorzien. We zijn hen dankbaar voor de inspirerende samenwerkingen iedere keer weer.
Kunstenares en object-theatermaker Harriët van Reek leerde ons eenvoud te waarderen en kijkend te werken, lessen die we tot op de dag van vandaag meedragen.
Podium-vullende maquettes maken is monnikenwerk, en we worden daarbij geassisteerd door een poule van zo’n 20 beeldend kunstenaars, van wie we onze trouwe creatieve krachten Heleen Wiemer en Kirsten Hutschemakers niet ongenoemd willen laten. We bedanken alle theatertechnici met wie we onze touravonturen beleven, en speciaal André Goos en Edwin van Steenbergen, die met hun vernuftige breinen onze technische dromen werkelijkheid maken.
Jan Joris Lamers van Maatschappij Discordia hielp ons bij het oprichten van Hotel Modern, en gaf ons de eerste kansen zelf een voorstelling te maken. Zakelijk leider Heleen Hameete zette ons zakelijk op de rails, haar meest recente opvolger Tineke Verheij is zakelijk en productioneel onze rots in de branding, dank aan haar en aan haar team. We danken Theater Rotterdam, alle ons ontvangende theaters, de gepassioneerde mensen van de NVP-UNIMA, ons betrokken bestuur en natuurlijk de jury van de Wim Meilinkprijs, voor haar eervolle oordeel en voor het prachtige juryrapport waarin ons werk zo zorgvuldig en levendig is beschreven.
En we bedanken ons publiek, jong en oud, de nieuwgierige toeschouwers die steeds weer het avontuur met ons willen aangaan, die willen en durven geloven in wat wij hen laten zien, die voor de duur van een voorstelling samen met ons en met elkaar in onze wereld willen verkeren.
We feliciteren de veelbelovende winnares van de Ruth van der Steenhovenprijs Mirthe Dokter, en wensen haar en haar generatiegenoten spannende creatieve avonturen.
Wijzelf hopen er ook nog vele te beleven, in Nederland en over de hele wereld, want de taal van poppenspel, zo weten we allemaal, wordt wereldwijd verstaan.
september 2019, Pauline Kalker, Arlène Hoornweg en Herman Helle, artistieke kern van Hotel Modern