Een hoopvol einde
De productie Slakkesporen maakt dertien jaar na de première weer een kleine tour. Destijds werd Slakkesporen genomineerd voor de VSCD Mimeprijs, dus de verwachtingen van het publiek, wijzelf incluis, waren hooggespannen. Gelukkig werden deze al tijdens de openingsscène waargemaakt.
Het licht van een wandlampje leidt door een met spinnenwebben behangen bruin decortje. Heel langzaam zien we de contouren van een ouderwetse slingerklok, jassen, hoedjes, regenlaarzen, een opgezette varkenskop en een wit-doorzichtige slak die langzaam langs de wand naar beneden kruipt. De eerste lach en ‘oh’s’ en ‘ah’s’ van de avond klinken.
De tijd vertraagt in Slakkesporen, maar het wordt niet saai. Integendeel, de handeling wordt juist scherper en intrigerender. Dit is te danken aan het ijzersterke spel van Arlène Hoornweg als oude vrouw. Met een ongelooflijke beheersing creëert ze een stram en verstijfd lichaam. Dit levert tal van mooie momenten op, zoals wanneer ze met grote moeite een koekje door haar thee roert en het vervolgens oplebbert. Dit alles gepaard met typische mondtrekken als gevolg van een kunstgebit. Maar het verval slaat niet alleen toe op het lichaam, ook haar geest moet eraan geloven.
Op inventieve wijze maakt Hotel Modern de verwarde innerlijke wereld van deze oude vrouw zichtbaar. Het huis lijkt zich tegen de vrouw te keren, zoals wanneer ineens een tafelpoot afbreekt, de kamerplant slechts een projectie blijkt en haar katje gestorven is. Zo blijft Slakkesporen via allerhande practical effects verrassen, zonder aan zeggingskracht te verliezen. Het huis is als een metafoor voor de ontregelde geest van de oude vrouw en voelt daarom voor een buitenstaander unheimisch aan. Maar de oude vrouw lijkt zich nergens van bewust en laat zich gewillig meevoeren in een stroom van absurde gebeurtenissen.
Als de oude vrouw naar buiten gaat komen we in een fantastische wereld terecht, waarin de mensen garnalen zijn en strijkijzers als auto’s voorbij zoeven. De filmbeelden van de maquettes en miniatuurpoppetjes lijken door de behendige besturing levensecht. Een kraai pikt schokkerig de laatste frietjes uit een zakje, terwijl we de hakjes van het oude dametje voorbij horen tikken. De wereld voelt aan als een fijne maar melancholische droom: wonderlijk, vreemd, maar ook ongrijpbaar. Staat dit ons ook te wachten als we oude worden en onze geest vertroebelt? De oude vrouw kan alleen meegaan, in de gele auto stappen en kijken waar het schip strandt. Als je het vreemde toelaat, wacht er toch nog een hoopvol einde. En dat is iets wat na dertien jaar nog steeds grote betekenis draagt.
1-5-2015