Hotel Modern toont gruwelijkheden in het klein
Zoals een kind urenlang, in opperste concentratie, kan spelen met Playmobil en een wereld op weet te roepen met een handvol poppetjes en auto’s, huisjes en bomen, zo spelen de makers van Ons Wereldrijk, de derde animatievoorstelling van Hotel Modern, met hun kleine figuurtjes, vervaardigd uit karton, ijzerdraad en klei. Maar er is hier allerminst sprake van onschuldig kinderspel. Hotel Modern toont de barbaarse gruwelijkheden van de Nederlanders in het zeventiende-eeuwse Indië weliswaar in het klein, maar dat is net zo afgrijselijk als op grotere schaal.
Een van de
drie makers van Hotel Modern, Herman Helle, heeft Indische wortels, zo vertelt
hij bij het begin van de voorstelling. Zijn overgrootvader Pieter Helle voer
als kapitein op het fregat Johanna. Hij stond aan de basis van een reeks
generaties die in Indië opgroeiden. Op die manier komt de geschiedenis meteen
dichtbij en is de overgang naar het Indië van tussen 1600 tot 1680 klein.
Op drie grote
tafels heeft het gezelschap maquettes van drie Indische eilanden nagebouwd,
Java, Banda en Ambon. We zien de oceaan, VOC-schepen, stranden, oerwouden,
dorpen, Batavia en plantages. Daarop vertellen ze het verhaal over hoe het
Nederlandse monopolie op de specerijenhandel tot stand kwam en vooral met welke
gruwelijkheden dat gepaard ging. De VOC-ers zijn uitgebeeld als kleine
figuurtjes, met griezelige, melkwitte hondenkoppen. Drie keer wordt hetzelfde
verhaal verteld: de Nederlanders komen, moorden de boel uit, zetten stammen en
koninkrijken tegen elkaar op, zaaien tweespalt, liegen, bedriegen, en drukken
iedere vorm van vrijheidsdrang of autonomie zonder scrupules en met het meest
verschrikkelijke geweld de kop in. Een kleine camera filmt de tot in de puntjes
geregisseerde en waanzinnig goed getimede mini-veldslagen en projecteert die in
het groot op een beeldscherm.
Arthur Sauer,
medemaker van deze voorstelling, verzorgt er op ingenieuze wijze een soundtrack
bij, met Indische gongs en trommels, stofdoekjes, kokosnoten en – heel
verrassend – bleekselderij. Deze groente blijkt uitstekend te werken om het
gekraak van botten mee na te bootsen, het ronddraaien van een mes in een
mensenbuik en het knagen van een rat op riet.
Na de succesvolle voorstellingen De Grote Oorlog en Kamp, waarin met precies dezelfde middelen werd gewerkt, waren de verwachtingen groot. En die worden waargemaakt. Adembenemend is het samenspel tussen de vertellers (Herman Helle, Pauline Kalker en Arlène Hoornweg) die tegelijk de ‘poppenspelers’ zijn. Dat resulteert in een mix van een hoorspel, documentaire, oorlogsfilm en een bittere geschiedenisles. De makers kozen ervoor om geen centrale ik-persoon te presenteren. Het publiek blijft daardoor op afstand. Is dat erg? Ik vind van niet. Ons Wereldrijk is een schreeuw van ontzetting, een priemende wijsvinger op ons koloniale verleden. ‘Kijk dan! Dit zijn wij!’
13-1-2020