Hotel Modern toont ontreddering van een demente dame
Ze is oud en gedesoriënteerd, de oude mevrouw uit de voorstelling Slakkesporen door het Rotterdamse gezelschap Hotel Modern. Haar ogen bezitten die verbaasde, niets-ziende glans van dementie; haar bewegingen zijn op pijnlijke manier onzeker. En rondom haar spookt de huiskamer. De objecten leiden een eigen leven. Terwijl zij heel aandachtig, als toonbeeld van dramatische ironie, het tuinblad Groei & Bloei leest, spint een spin zijn web tussen haar demente hoofd en een varkenskop aan de wand. Een tafelpoot breekt ineens af, een pinguïn rolt op wieltjes voorbij. Plotseling is zij in het bezit van een reusachtig uitgegroeide linkerhand, die haar evenveel verbazing als afschuw inboezemt.
Het is een tragisch beeld van geestelijke ontreddering en verwarring dat Hotel Modern geeft – en voor wie ooit in een bejaardenhuis of verzorgingstehuis is geweest, komt wat we zien angstig dichtbij.
Solo-actrice Arlène Hoornweg imiteert gedetailleerd de wijze van kijken en bewegen van dementerende mensen. De schuifelende gang, onzeker tastende handen. Toch behelst de voorstelling meer dan een zwijgend portret van dementie.
Het gezelschap legt zich toe op theater waarin animatiefilm, beeldende kunst en muziek samengaan. Nadat de oude vrouw doodvoorzichtig via een trap van het toneel is gestapt, komt een tweede voorstelling tevoorschijn. Evenals in de eerdere productie De Grote Oorlog (2001) neemt film het over van toneel. In een surrealistische entourage van de grote stad is de actrice een kleine pop geworden die vol verbazing door de jungle van de grote stad zwerft. Alles is in maquettes nagebouwd en moeiteloos herkennen we flarden van de skyline van Rotterdam of Berlijn. De toeschouwer ervaart deze lawaaiige, drukke en ook vervuilde metropolen getekend door de verwarring van haar ogen. In de bus reizen geen mensen mee, maar grote garnalen – zo’n zelfde garnaal als opeens opduikt uit haar koektrommel in het eerste deel. Auto’s transformeren tot strijkijzers. Indrukwekkend vond ik de scene waarin de vrouw bijna de hele cyclus van een etmaal meemaakt, van namiddag tot avond tot middernacht met zijn geloei van sirenes tot de prille dageraad. En zij zit daar maar, vereenzaamd, haar enige gezelschap is een uit veertjes en paperclips vervaardigde spreeuwachtige vogel.
Dan gebeurt het verrassende: zij neemt een lift in duizelingwekkende snelheid naar de achthonderdzoveelste verdieping van een wolkenkrabber. De camera suist langs het oneindig hoge gebouw. Op het dak beland wacht haar de vogel, die haar meelokt naar de rand van de afgrond. De vogel spreidt zijn vleugels en wiekt op; zij volgt hem, eveneens zwevende. Een prachtig slot. Het is alleen jammer dat er daarna nog een kleine apotheose moet komen met rook, een neushoorn en weer die oude vrouw. Ze was toch de hoogte ingegaan, weggevlucht uit een vijandige wereld die haar niets meer had te vertellen?
Slakkesporen is te zien als een voorstelling over afscheid en doodsverlangen. Als het leven niets te bieden heeft behalve een verfomfaaide vogel als trouw gezelschap, waarom zou iemand dan over het asfalt blijven rondzwerven als de hoge, ijle lucht veel aanlokkelijker is? Je kunt er ook een sterfscène in zien, maar dan een vorm van sterven veroorzaakt door de onverschilligheid van de samenleving.
Het is verbluffend met welke kleine middelen de technische makers van Hotel Modern al deze gedachten, ontroeringen en associaties kunnen oproepen met de eenvoudigste middelen die denkbaar zijn: een gefilmd poppetje tussen kleine kubussen. Misschien ligt de schoonheid van dit beeld wel in het contrast tussen menselijk wezen gepersonifieerd door een pop, waarbij iedereen aan kindertijd denkt, en de ware aard van deze pop. Een oude, intens vereenzaamde vrouw, met wie je compassie hebt en die je graag een arm zou willen geven. Maar dat is onmogelijk.
07-01-2002