Oeuvreprijs 2019
Woorden van de jury bij de Wim Meilinkprijs 2019 voor Hotel
Modern
“Grote verhalen in een spel met rommel, spullen en illusie”:
dat is de essentie van het theaterwerk van Hotel Modern. Dit zijn niet de
woorden van de jury van de Wim Meilinkprijs 2019, maar van Pauline Kalker en
Arlène Hoornweg zelf. Ergens, ooit in een interview. Samen met Herman Helle
heeft het makers-drietal een bescheiden, maar overdonderend oeuvre opgebouwd
van memorabele miniatuurvoorstellingen die ingrijpende verhalen invoelbaar
maken. De voorstellingen en de makers zijn al veelvuldig gelauwerd met
verschillende prijzen, maar een oeuvreprijs voor deze ‘grootheden van de kleine
schaal’ was er nog niet. Bij deze.
Eerlijk is eerlijk, toen deze jury aan de beraadslagingen
begon rondom de toekenning van de Wim Meilinkprijs 2019 kwamen een aantal
andere grote namen voorbij, die we niet onvermeld willen laten. Mijmerend over
de unieke historie en tradities van het poppenspel in Nederland werd een
opmerkelijke vlucht genoteerd van Wim Meilink met Jan Klaassen via de iconische
abstracties van Feike Boschma naar de robotvoorstelling van Theatercollectief
Urland. En daartussen bewegen ze; de grote poppenspelers als Fred Delfgaauw,
Theo Terra, Elout Hol, Servaes Nelissen, Ulrike Quade, Duda Paiva… en ook niet
te vergeten Gérard Schiphorst en Marije van der Sande van TamTam
Objektentheater. Het is een illuster en gevaarlijk rijtje: u bedenkt nu
waarschijnlijk iemand, die we hier schandalig (wel) vergeten. Het gaat ons er
maar om de rijkdom neer te zetten van een uniek onderdeel van de theatercultuur
in Nederland: het poppen- en objecttheater, dat het eigenlijk verdient om eens
in volle glorie, in woord en beeld gevangen en breed gedeeld te worden.
Tijdens de beraadslagingen lag een vakblad op tafel en een van de juryleden wees erop. Bijna achteloos. Op de cover een foto van Herman Helle. Hotel Modern. De naam was gevallen en de jury was meteen klaar. Unaniem. De keuze voor Hotel Modern betekent dat wij een volgspot willen zetten op een uniek kunstenaarstrio dat met haar voorstellingen een belangrijke schakel vormt in de ontwikkeling van (het figuratieve) poppenspel naar het abstractere objecttheater. Het begon eigenlijk allemaal met de maquettes van Herman Helle in de jaren negentig: miniatuursteden, voor bekende architecten, van luciferdoosjes met snelwegen van touw. Nog recent bouwde hij een onwaarschijnlijke miniversie van de miljoenenstad Frankfurt: van gummetjes, sponsjes, dobbelstenen en dopjes. En in de jaren daar tussenin bouwde hij samen met Pauline Kalker en Arlène Hoornweg enkele van de meest oorspronkelijke theaterverhalen die het Nederlandse kunstenveld heeft voortgebracht. Nu al legendarisch zijn De Grote Oorlog (2001) en Kamp (2005), waarin de gruwelen van de eerste en de tweede wereldoorlog worden verbeeld met een vingercamera in een miniwereld met poppetjes van ijzerdraad, stof en klei. Ook memorabel is de skyline van koelkasten uit Heden Stad of de mensheid verbeeld als garnalen in Garnalen Verhalen.
Deze voorstellingen en de vertelvorm van Hotel Modern zijn
al vaker uitgebreid geanalyseerd en bezongen als uniek, dus dat hoeven we hier
niet te herhalen. In alle eenvoud, voor wie het werk dan toch niet kent: Hotel
Modern is beroemd geworden met een eigenwijs, luchtig en tegelijkertijd
diepzinnig spel met spullen, filmbeeld en illusie. De spelers maken live
animatiefilms op het toneel. Het publiek ziet de filmbeelden op een scherm,
maar het ziet ook de makers terwijl zij de scènes zorgvuldig opbouwen en
camera’s door de decortjes bewegen. Het publiek is live getuige van hoe er door
hen een mogelijke wereld wordt gecreëerd, maar het meest bijzondere is
misschien wel dat onze eigen verbeelding er zo stevig mee aan het werk gezet
wordt. De toeschouwer doet namelijk de rest zelf. Het publiek ziet de
filmbeelden op een scherm, maar het ziet ook de makers terwijl zij de scènes
zorgvuldig opbouwen en camera’s door de decortjes bewegen. Het publiek is live
getuige van hoe er door hen een mogelijke wereld wordt gecreëerd, maar het meest
bijzondere is misschien wel dat onze eigen verbeelding er zo stevig mee aan het
werk gezet wordt. De toeschouwer doet namelijk de rest zelf. Het publiek krijgt
een eenvoudige code: bijvoorbeeld kadetjes die voorbij komen, terwijl de
geluiden van auto’s worden toegevoegd. Daarna kan een groot brood een bus zijn,
en een stokbrood een vliegtuig. Aldus Pauline Kalker. Herman Helle vult dat zo
aan: “Als je toeschouwers een clou geeft, kunnen ze beelden vervolgens zelf
afmaken in hun hoofd. Stel: je plant een takje peterselie in de aarde en kijkt
door je oogleden, dan denk je: daar staat een boom in een landschap. Peterselie
is natuurlijk geen boompje, maar als het in een bepaalde context zet, is dat
het opeens wel. Het publiek ziet de peterselie, vormt het in gedachten om tot
een boom, maar ziet ook hoe deze illusie op het toneel tot stand wordt
gebracht. Al die elementen versterken elkaar.’
Zo simpel kan het toch niet zijn…? En toch is het zo. Zo werkt het. Maar de makers van Hotel Modern doen vermoedelijk nog iets anders magisch ook: zij doen stiekem een appel op onze oer behoefte de grote chaotische en beangstigende wereld overzichtelijk en hanteerbaar te maken. Dat is in de kern misschien wel wat theater is, wat cultuur is, wat spelen is. Of het nou met zand, klei, Lego is of met Barbies, met woorden of muzieknoten, met verf of een computer: miniwerelden bouwen doen we allemaal. We snakken naar orde, overzicht, macht over wat ons beangstigt. ‘Minimensjes die ploeteren’ noemde Vincent Kouters in de Volkskrant ooit de figuurtjes van Hotel Modern, en zijn we dat niet allemaal? Minimensjes die ploeteren en proberen te overleven. Hotel Modern vertaalt voor ons de grote mensenwereld in het kleine alledaagse. Onze diepste angsten en verlangens worden teruggebracht naar de hanteerbaarheid van een houtje en een touwtje. En in die wereld mag je mee en je eigen fantasie en gevoelens de vrije loop laten. Hoe onwaarschijnlijk alledaags en groots is dat. Hulde. Niets dan groot respect en hulde.”
De jury: Corien Baart (creatief producent/dramaturg), Rieks Swarte (theatermaker en winnaar WM-oeuvreprijs 2017), Carlos Langoeira (Theater Munganga), Frans Hakkemars (secretaris namens de NVP-UNIMA)