- Premierejaar 2023
De Vlaamse regisseur Guy Cassiers vroeg Hotel Modern om mee te werken aan een coproductie met Internationaal Theater Amsterdam. Deze productie, Oer en andere tijden, een bewerking van de gelijknamige roman van Nobelprijswinnares Olga Tokarczuk, ging op 10 december 2023 in première in de Stadsschouwburg Amsterdam.
Vanuit een klein Pools dorp volgen we de belangrijke gebeurtenissen die Europa in de twintigste eeuw hebben gevormd. Auteur Tokarczuk schetst de wereld als een levend, onophoudelijk voor onze ogen veranderend geheel, waar de mens een klein maar tegelijkertijd krachtig deel van uitmaakt. Zo laat ze ons op een bijna sprookjesachtige manier - via de ogen van een twintigtal dorpelingen - opnieuw kijken naar onze huidige situatie en onze verantwoordelijkheid daarin als mens.
Hotel Modern creëert samen met Guy Cassiers en elf acteurs van het ITA ensemble de wereld van Oer. Oer is een afgelegen gebied in Polen waar de tijd lijkt stil te staan, maar waar desondanks grote en kleine oorlogen overheen razen. Hotel Modern zet in deze productie een enorme artistieke stap; tot nu toe maakten de spelers van de groep altijd een live animatiefilm die op één scherm te zien was. Cassiers daagt ons uit 4 live-animatiefilms tegelijk te maken, die geprojecteerd worden op 4 schermen die gaan bewegen tussen, voor en achter de toneelspelers. Het wordt een levende installatie met epische proporties, een theatrale vertaling van de gelaagde wereld van de roman.
Oer en andere tijden is een coproductie van ITA en Hotel Modern
-
Recensies & artikelen
-
Regisseur Guy Cassiers over ‘Oer’ in Nooit Meer Slapen
In de nacht van 11 op 12 december schoof Guy Cassiers een uur aan in het VPRO radioprogramma "Nooit Meer Slapen". Hij vertelt over zijn liefde voor het boek van Olga Tokarczuk en hoe hij al snel het idee had om Hotel Modern uit te nodigen om de beelden bij de voorstelling te creëren.
door Femke van der Laan, Nooit Meer Slapen Lees Verder
-
Uiteindelijk draait het oude koffiemolentje als enige nog door, onaangedaan door het geweld van de tijd ★★★★☆
Via grote projectieschermen zie je allesverzengende vlammen als monsters om zich heen klauwen. Maar tegelijkertijd zie je vanaf een afstandje de maquette in brand staan, en is het niet meer dan een onschuldig vuurtje, dat opflakkert en uitdooft.
door Sander Janssens, Volkskrant Lees Verder
Zwamvlok groeit onder het hele dorp. De schimmeldraden worden ook wel het leven van de dood genoemd. De bewoners van het fictieve Poolse dorpje Oer groeien op tussen wereldoorlogen, natuurgeweld en de beloften van het moderne bestaan. ‘De mens is dom en moet leren’, zegt verschoppeling Aartje, een prostituee die zich in de bossen ophoudt en aan wie de mannen zich vol schuld en schaamte vergrijpen.
In Oer en andere tijden, gebaseerd op de gelijknamige roman van Nobelprijswinnaar Olga Tokarczuk, werkt Internationaal Theater Amsterdam samen met theatergroep Hotel Modern, dat bekendstaat om hun live-gefilmde objecttheater. De acteurs spelen tussen meerdere minutieus geconstrueerde maquettes op het podium, waarvan de beelden op verschillende schermen worden geprojecteerd. Soms bespelen ze die miniatuurtoneeltjes zelf, bijvoorbeeld als ze er met hun vingers doorheen lopen.
Dat doet iets met perspectief en proportie. Een enorme vuurzee is een hel voor wie er middenin staat: via grote projectieschermen zie je allesverzengende vlammen als monsters om zich heen klauwen. Maar tegelijkertijd zie je vanaf een afstandje de maquette in brand staan, en is het niet meer dan een onschuldig vuurtje, dat opflakkert en uitdooft. ‘Mensen denken dat ze intenser leven dan dieren, planten of dingen’, zegt het personage Misia (Janni Goslinga), die van haar vader een oude koffiemolen kreeg. ‘Maar misschien is deze koffiemolen wel de spil waar alles omheen draait, en voor de wereld belangrijker dan de mens.’ Zij ziet in jeugdliefde Pawel (Minne Koole) een vlucht uit een uitzichtloos bestaan, maar hij is net zomin als de generaties boven of onder hem in staat om de verlokkingen van het moderne leven te weerstaan. De schimmel zit hier overal in de aarde.
Behalve in de live-projecties zochten regisseur Guy Cassiers en tekstbewerker Peter van Kraaij in taal een manier om in en uit te zoomen. De personages schakelen regelmatig van ingeleefde scènes in het moment naar een alwetend vertelperspectief, waarin ze over hun eigen lotgevallen verhalen als voldongen feiten. Ook daarin bekruipt je het gevoel dat de mens niet de handelende spil van het bestaan is, maar een decorstuk in grotere bewegingen, randvoorwaarden waarin geweld welig kan tieren en oplaaiende ideologieën zich in alle hevigheid kunnen manifesteren.
Terwijl de uitwaaierende anekdotes, de gedragen taal en de heen en weer schuivende beeldprojecties onherroepelijk afstand en vervreemding sorteren, trekken sommige acteurs in hun speelse omgang met hun personage de voorstelling in het moment. Prachtig zijn de liefdevolle een-tweetjes tussen Aartjes dochter Ruta en de eenzame Izydor. In een wereld op drift en tegen de wetten van de logica in, ontstaat tussen hen een diepe band, die – zoals dat gaat – uiteindelijk ook veel pijn gaat doen. ’Ntianu Stuger en Maarten Heijmans vertolken deze personages met lichtheid, compassie en precisie, en stellen tegenover al het oorlogsgeweld de onmetelijke kracht van medemenselijkheid. Ook Laura De Geest imponeert met de eigenzinnige manier waarop zij Aartje neerzet: een gekwetste, maar ijzersterke vrouw die zich op gelijke voet stelt met de natuur en daaruit, in tegenstelling tot haar omgeving, kracht uit put.
Oer en andere tijden is een vooral stemmig en duister stuk, dat weliswaar broeit maar ook geregeld richtingloos aanvoelt. In de ruim drie uur dat de voorstelling duurt, had nog flink kunnen worden geschrapt. In de tweede helft versnelt de tijd, maar vindt de anekdote toch een mooie focus in de gestage maar onafwendbare aftakeling van Izydor. De gelatenheid waarmee Heijmans de allesomvattende eenzaamheid van zijn personage vormgeeft, is ijzingwekkend. Heijmans bewijst opnieuw als acteur tot een buitencategorie te behoren.
Net als de zwamvlok woekeren intergenerationele trauma’s in Oer en andere tijden voortdurend voort: dorpelingen worden erdoor van hun geboortegrond enhun geliefden verjaagd; goede mensen veranderen in wantrouwende einzelgängers. Dat zijn de wonden die de tijd slaat.
Uiteindelijk draait het oude koffiemolentje als enige nog door, onaangedaan door het geweld van de tijd. Misschien had Misia gelijk en draait het dan toch, inderdaad, allemaal niet om ons.
Hotel Modern: plantages, soldaten en barakken
Oorlog en onderdrukking zijn terugkerende thema’s in het maquette-theater van Hotel Modern (Pauline Kalker, Arlene Hoornweg en Herman Helle). In Ons wereldrijk (2019), over ons koloniale verleden, stonden miniatuurversies van Ambon, Banda en Java uitgestald, compleet met centimetergrote nootmuskaatmarkten en postzegelrijstvelden. In De grote oorlog (2001) volgde het publiek de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog tussen speelgoedsoldaatjes en miniatuurtanks.
Waarschijnlijk de bekendste voorstelling van Hotel Modern is Kamp (2005). In een enorme maquette van Auschwitz verbeeldden drieduizend poppetjes van 8 centimeter de gevangenen en hun beulen. De spelers doolden met vingercamera’s als oorlogsverslaggevers tussen de barakken door.
-
Vijandschap en wantrouwen verdringen saamhorigheid
Deze samenwerking tussen ITA Ensemble en Hotel Modern levert spectaculair, oogstrelend en uniek theater op.
door Mieke Zijlmans, 8 Weekly Lees Verder
Aan het begin van de twintigste eeuw omhult het Poolse platteland zijn inwoners als een warme deken, ook al gaat het er knap primitief aan toe. De machtsverhoudingen zijn duidelijk, iedereen weet waar hij aan toe is. Vervolgens kantelt dat beeld, vijandigheid en wantrouwen verdringen saamhorigheid. Met Oer en andere tijden voegt regisseur Guy Cassiers een indrukwekkend familie-epos toe aan zijn oeuvre.
Het is lastig dat de man van Genowefa (Chris Nietvelt) almaar niet terugkeert van het slagveld van de Eerste Wereldoorlog, want ze is zwanger en bovendien hunkert haar lichaam naar liefde. Maar voor het overige lijkt er weinig mis in het fictieve Poolse dorp Oer, de dato 1917. Er is een kasteel waarin de – licht godsdienstwaanzinnige – landheer Popielski (Gijs Scholten van Aschat) resideert; hij vertegenwoordigt de elite. Genowefa runt de molen en staat voor de middenstand. Bij prostituee Aartje (Laura de Geest) komen de brave huisvaders aan hun trekken. Het is allemaal niet ideaal, maar wel duidelijk.
Zo begint Oer en andere tijden, naar het boek van Olga Tokarczuk, winnaar van de Nobelprijs voor literatuur in 2018. De vertelling doet denken aan De jaren van Annie Ernaux, eerder naar een toneelvoorstelling vertaald door regisseur Eline Arbo. Maar waar Ernaux de loop van de geschiedenis verknoopt met één biografische levensloop, voert Tokarczuk die van de bewoners van een heel dorp op. Hoe vergaat het die bewoners in de loop van de twintigste eeuw?
Spektakel
Regisseur Cassier maakt van Tokarczuk’s vertelling met het ITA Ensemble en Hotel Modern een overdonderend visueel spektakel. Bepalend daarin is de inbreng van Hotel Modern. Dit gezelschap heeft zijn sporen verdiend met het live bouwen van poppenhuis-achtige maquettes vol mensjes en diertjes die met behulp van camera’s en levensgrote projecties verworden tot achter- en voorgronden. In Oer en andere tijden schept Hotel Modern er in verschillende groottes en in diverse lagen een soort levensgrote kijkdozen mee die de acteurs houvast bieden om de feitelijke vertelling vorm te geven.
Het resultaat is een caleidoscopisch geheel van steeds veranderende perspectieven; hier en daar klein, wanneer een baby wordt geboren, of als een stel verliefden gaat wandelen. Dan weer groot, als een huis wordt gebouwd, of als het dorp uitgroeit tot een stad. Voeg hieraan geluiden en geuren toe, en er ontstaat een ervaring waarin de zintuigen van de toeschouwers uitdrukkelijk worden geprikkeld.
Vooruitgang
Zolang de machtsverhoudingen in het dorp Oer duidelijk zijn, kabbelt het leven voort. Genowefa en haar Pawel krijgen kinderen. Prostituee Aartje ook, maar haar leven is minder evenwichtig. Landheer Popielski leidt zijn comfortabele leven. Totdat de crisis uitbreekt, er opnieuw een wrede oorlog volgt, en inwoners de dorpsgrens overschrijden en de uitgestippelde paden verlaten.
In de onderstroom bevraagt Oer en andere tijden of ‘de vooruitgang’ wel zo heilzaam is. Wie uit de vertrouwde gemeenschap stapt, gaat een discutabel avontuur aan. Zonder nou te beweren dat vroeger alles beter was, maakt de run op alles wat groter en duurder is de bewoners van Oer niet per se gelukkiger.
Handschrift
In alles in Oer en andere tijden herkennen we het ‘handschrift’ van Guy Cassiers. Vorig seizoen regisseerde hij bij ITA Ensemble het familie-epos Lehman Trilogy, over de puissant rijke Amerikaanse bankiersfamilie die aan de wieg stond van de bankencrisis van 2008. In zijn werk vormt echter niet alleen het vertellen van familieverhalen een rode draad, maar ook het overdonderende gebruik van video, van camera’s, van projecties. Cassiers paste die manier van vertellen bijvoorbeeld al toe in zijn legendarische Proust-vierluik bij – voorheen – het Ro Theater.
Cassiers schuift zijn acteurs veelal één voor één naar voren om hun verhaal te doen. Met Chris Nietvelt, Gijs Scholten van Aschat, Eelco Smits, Janni Goslinga, Daniël Kolf, Minne Koole, Ilke Paddenburg, Maarten Heijmans, ‘Ntianu Stuger en Frieda Pittoors heeft Cassiers een ijzersterke cast tot zijn beschikking. In het halfduister tussen de te filmen maquettes zijn Pauline Kalker, Arlène Hoornweg en Herman Helle van Hotel Modern te herkennen.
Parallel
Jammer is dat Cassiers’ vertelvorm ertoe leidt dat de levensverhalen veelal parallel, naast elkaar worden verteld en elkaar daardoor weinig ‘ontmoeten’. Komt bij dat de vertelling ongeveer het hele boek van Tokarczuk volgt, waardoor de voorstelling zo’n tweeënhalf uur duurt en dat is wel erg lang.
Daar staat tegenover dat vooral het gedeelte vóór de pauze er daadwerkelijk inknált, de toeschouwers worden door verhaal en beeld zo’n beetje van hun sokken geblazen. Die wat tragere tweede helft vergeef je Cassiers daardoor graag. Deze samenwerking tussen ITA Ensemble en Hotel Modern levert spectaculair, oogstrelend en uniek theater op. -
Een caleidoscopische mooie pracht
Zelden heb ik zo’n groot ensemble met zoveel grote acteurs zo bescheiden en aanraakbaar gezien.
door Fransien van der Putt, Theaterkrant Lees Verder
Terwijl de oude zaal van ITA zich vult met premièrepubliek, lopen er ook op het podium mensen rond. Ze zijn op verschillende plekken rond de lege speelvloer bezig dingen in orde te brengen. Wie het werk van Hotel Modern kent, weet dat het miniatuurtoneeltjes moeten zijn waar de laatste hand aan wordt gelegd.
Er is bijvoorbeeld de opstelling van takjes, blad en rulle zwarte aarde in wat van een afstandje op een enorm terrarium lijkt. Het bevat kennelijk ook een lopend bandje van doorzichtig plastic met wat groene plukjes papier. Al draaiend en met de juiste belichting wordt dan het bewegende plastic een rivier, zoals de takjes en de aarde een bos worden, of een slagveld. De camera blaast de miniaturen op tot grootse taferelen en intense close-ups.
Guy Cassiers nodigde Hotel Modern uit voor zijn enscenering van Oer en andere tijden, een boek van de Poolse schrijfster en nobelprijswinnares Olga Tokarczuk uit 1996. De roman, voor deze gelegenheid bewerkt door dramaturg Peter van Kraaij, gaat over een klein dorp, ergens in Polen. Het wordt in de loop van tientallen jaren bezocht door oorlogen en revoluties, zoals ook de seizoenen en de generaties elkaar opvolgen.
Oer is een archaïsche plek, zo leren we al snel. Er is een bos en een rivier, er zijn velden en een watermolen aan de rivier om het graan te malen. Mensen wonen in stenen huizen en in hutten, en er is een grootgrondbezitter die in een paleis woont. Zijn vrouw (of is het zijn dochter?) doet goede werken en let op de centen, terwijl de heer des huizes in gepeins van filosofische en theologische aard verzonken is.
De opening van de voorstelling – het toneel blijft aanvankelijk kaal als een opgeruimde toneelwerkplaats, maar hier en daar komt er vanuit het grid een scherm naar beneden – wordt gedaan door Pauline Kalker van Hotel Modern. Gekleed in gesteven zwarte rokken en schorten, het grijze haar in een even bescheiden als handzame knot, legt ze uit waar Oer ligt, niet ten opzichte van wat wij kennen, maar geheel van binnenuit. Naar het noorden ligt de verleiding van de vlucht door een doorgaande weg, naar het zuiden als ik het mij goed herinner is er een stadje, waar het gevaar van de hebzucht op de loer ligt. Naar het oosten en het westen wordt het dorp begrensd door de rivier en het bos, die ieder ook een begoochelende werking hebben op de dorpelingen.
Kalker, Arlène Hoornweg en de anderen van Hotel Modern vervullen geen rollen in het verhaal, maar gaan wel over de stroom van de beelden en de handjes die die beelden live arrangeren en filmen. De dertien acteurs van ITA doen mee. Ook de schermen zijn met velen, evenals de plekken waar gefilmd wordt, tot op het voortoneel. Het maken en doen geeft een bijzondere energie aan de voorstelling, van ijverig, rustig doorwerkend, wat er ook gebeurt – zoals dat gaat met werk op het land en op boerderijen.
Maar de beelden – soms is het er één dat over verschillende schermen wordt verdeeld, maar vaak ook worden er tegelijkertijd verschillende verhalen met beeld ondersteund – scheppen ook afstand. Het is alsof je als toeschouwer voor het slapengaan wordt voorgelezen of aan de keukentafel met de jas nog aan wordt bijgekletst door de buurvrouw. Het dramatische gedoe komt dichtbij, maar het blijft ook altijd een verhaal als uit een boek of een fotoalbum, dat ieder moment kan worden dichtgeslagen en opgeborgen.
De toon van de voorstelling begint in huiselijke, moederlijke sferen. Na Kalker zijn er de voortreffelijke Laura De Geest en dan ook Chris Nietvelt, die beiden de hele drie uur (inclusief pauze) dezelfde rol aannemen, in tegenstelling tot veel van de andere acteurs. Cassiers laat velen van rol wisselen, vaak binnen één familielijn of beroepsgroep. Dat zorgt voor het nodige gepuzzel als toeschouwer, waardoor ook die zich moet overgeven aan hoe de dingen komen en gaan. Kletsend haast vertellen de spelers het publiek en ook wel elkaar waar ze nu weer in beland zijn, hoe het ooit was of zo gekomen is. Vaak vragen ze zich zuchtend af waar het heen zal gaan. De tijd en de taferelen lijken aanvankelijk niet echt een richting uit te bewegen. Er worden mannen verleid, kinderen gebaard, er moet brood op de plank, alles op zijn tijd.
Maar vanaf de opening heeft het stuk ook een onheilspellende lading, is het zwanger van wat komen gaat, zijn de personages vermoeid reeds en stiekem ook wanhopig van wat was. Niet nog een keer, niet alweer lijkt er onder veel scènes te liggen. De zaak van de god en van de mensen moet benoemd worden, zegt Kalker, vanuit het perspectief van mensen die, zo zegt Chris Nietvelt een moment later in haar rol als molenaarsvrouw Genowefa, zelf geen oorlog hebben meegekregen, hooguit getuige waren van wat vechtpartijen in het dorp. De molenaar moet dan nog terugkomen van de oorlog, terwijl zijn vrouw het aanlegt met een nieuwe knecht, mooi gespeeld door Daniël Kolf.
Uit de verhalen van de dorpelingen – die elkaars familie en buren zijn, maar soms ook van verre komen aanwaaien, zoals de vrouw die voor drank en eten het met de mannen uit het café doet of de Russische soldaat (of was het nu een Duitser?) – blijkt dat we aan het begin van de twintigste eeuw zitten. Ruim voor of dan toch tijdens de Eerste Wereldoorlog begint het, en dan raast het verder. In het dorp wonen ook Joodse families, hoe je de anderen noemt weet ik eigenlijk niet. Katholieken, gewone Polen?
Cassiers speelt regelmatig met het buitenstaandersperspectief, zoals Tiago Rodrigues dat ook mooi deed in zijn Kersentuin. Ook in Oer worden Joodse en andere ‘anderen’ door acteurs van kleur gespeeld, terwijl een joods uitziende acteur de Duitse bezetter speelt, of was het een Russische bevrijder? Ook dit aspect voegt verwarring en afstand toe aan de bonte verzameling van zich hoe dan ook herhalend leed en wezen. Het haalt de verhalen en de uitzichten ook naar een van postkoloniale vragen doordesemd heden.
Waar de personages niet veel verder dan de rand van hun dorp kunnen kijken, kijkt het publiek met de kennis van nu. Maar het raakt op zijn beurt verstrikt in de veelheid van relaties en generaties. De gebeurtenissen ontwikkelen zich niet via een centraal conflict, maar meanderen in parallellen en variaties, georven en nieuw klein en groot leed. Uiteindelijk vormen de zoon van Genowefa Isidoor, en Ruta, de dochter van de prostituee die in het bos is gaan wonen, een bepaalde rode draad door het stuk. Beiden verlaten op hun manier het strijdtoneel voortijdig, terwijl anderen de beker tot de laatste snik moeten leegdrinken, nadat de Duitsers de Joden uit het dorp zijn komen halen, en de bevrijdende Russen op hun moment voor weer volgende ellende zorgen. Via een gezamenlijke vluchtplek in de vlierboom voor het huis voltrekt een deel van het verhaal zich in het bos, waar de twee vragen stellen, zoals de oude landheer dat doet vanuit zijn luie stoel. Een aardworm is uiteindelijk echt de enige constante in deze vertelling. Hij blijft doorwoelen ook als het bos na een vuurzee verschroeide aarde geworden is.
Ontrouw, hypocrisie, buitenechtelijke kinderen, pedofilie, paternalisme, seksisme, verkrachting, kindermoord, racisme, genocide – alle denkbare plagen, vormen van corruptie, machtsmisbruik en gewelddaad passeren de revue, letterlijk als in een draaimolen, al gebruikt de voorstelling in navolging van Tokarczuk – naar ik aanneem – de metafoor van een koffiemolen. Mensen zijn als een koffieboon, klein en onbeduidend, maar krachtige kleine eenheidjes, wanneer stevig gebrand. De molen draait en maalt verder. Het spel met de regels, de dimensies van goed en kwaad, verbonden met wat dichtbij is (familie, buren, het baren) en wat ver weg lijkt of van verre komt (de oorlog, de anderen, de revolutie, de moderniteit, het kapitalisme), wordt steeds opnieuw besproken.
De uren in het theater vliegen, zoals de dagen en de jaren in het verhaal, voorbij. De versnelling van de dingen en het meer actieve spel na de pauze suggereert de nieuwe tijd, met technicolor en nieuwbouwflats in de velden. Telkens zijn er nieuwe rondes en nieuwe kansen. De moderniteit dient zich aan met het communisme, de ouderen worden langzaam gek, de jongeren doen een nieuwe ronde, zien nieuwe kansen en branden opnieuw hun vingers.
De naar verluidt uit fragmenten opgebouwde roman van Tokarczuk is door Cassiers en co vertaald naar een alsmaar rustig doordraaiende, maar evenzo vermorzelende molen. Er zijn geen helden, of iedereen is er een. Er zijn vele slachtoffers, maar op de schaal van het dorp kunnen hun verhalen nog altijd verteld worden. In de Spaanse film Los Santos Inocentes, van Mario Camus uit 1984, moeten mensen hun dorp verlaten om ooit misschien iets te veranderen aan de feodale verhoudingen waarmee ze zijn opgegroeid in het naoorlogse Spanje van Franco. Ook in Oer. Als mensen hun dorp verlaten, lukt het dan iets nieuws, iets beters van hun leven te maken?
Bij het blazen van de oorlog over de velden, vlak voor de pauze, wanneer de schermen op het toneel wit kleuren, wanneer er niets meer overblijft van de berkenbosjes en het dorp getroffen door een vuurzee, een storm van zand en as, moet ik onwillekeurig aan de mensen in Gaza denken, en aan de mensen in Oekraïne, en aan al die mensen wier huis en haard verandert in een slagveld, zonder dat ze daar ook maar een moment iets van gewild hebben of bij gedacht hadden. Hoeveel doden, hoeveel oorlogen, hoeveel technicolor-revoluties moeten wij nog doorstaan, voordat er uit die malle koffiemolen wat anders komt dan bruine prut, verschroeide aarde?
De laatste scène is opnieuw op een onttakeld toneel, nadat ook de gemoderniseerde wereld van antibiotica en gemotoriseerd vervoer, van immigratie en massaconsumptie niet per se soelaas lijkt te bieden. De oorlog en de strijd verplaatsen zich naar andere werelddelen, de mensen blijven lijden. Misschien is het hoopvol, die laatste geste, dat we de wereld als een voorstelling kunnen zien, een box met tools en poppetjes om tafereeltjes mee in elkaar te zetten. Zoals we het ons willen voorstellen voorbij de vermorzelende wederkeer van oude zetten. Misschien eindigt de voorstelling op een optimistische noot, maar die is dan zo bescheiden dat je dat nauwelijks hoort.
Wel heb ik zelden zo’n groot ensemble met zoveel grote acteurs zo bescheiden en aanraakbaar gezien. Het patchwork van belichaamde verhalen, waarin de wereld tussen de mensen wordt opgetrokken uit verhalen, en met ieder van hen steeds de wereld een slagje draait, een wereld die afhankelijk is van wie het verhaal vertelt en hoe er wordt geluisterd, geeft Oer en andere tijden een caleidoscopische mooie pracht.
-
Het leven, met zijn duizend anekdotes, gaat verder
De voorstelling draagt duidelijk de handtekening van Guy Cassiers. Zijn samenwerking met Hotel Modern levert een resem van pakkende, verrassende beelden op. Ze maken de vertelling, beeld na beeld, concreet. Met de spelers van het gezelschap van ITA heeft hij een schitterend instrument in handen
door Johan Thielemans, Etcetera Lees Verder
In Oer en Andere Tijden neemt de Poolse Nobelprijswinnares Olga Tokarczuk je mee naar een dorpje waar de bewoners de gevolgen van twee wereldoorlogen, het communisme en de komst van de moderniteit proberen te overleven. Hoe weerstaan ze het geweld van de geschiedenis en de natuur? In de handen van Guy Cassiers en Hotel Modern levert het technisch meesterlijk theater op, dat grote dramatische conflicten afwijst.
Oer en Andere Tijden (1996) is één van de eerste romans van Nobelprijswinnares Olga Tokarczuk. Voor regisseur Guy Cassiers heeft Peter van Kraaij er een knappe toneelversie van gemaakt. Het is een tekst geworden die vertelling en inleving met elkaar verstrengelt. Zo gebruiken de spelers twee registers. De complexiteit wordt verhoogd omdat de verschillende vertolkers meerdere rollen spelen. Op deze manier konden de makers recht doen aan de talrijke verhaallijnen die samen het portret vormen van een klein dorp in Polen. Het dorp is zowel een veilige plaats als een gevangenis.
Als we de zaal betreden, zien we een leeg plateau. Er lopen wat mensen rond die onbepaalde kleine dingen klaarzetten. Als je goed kijkt, staat achteraan een maquette van huizen op schaal. Dan komt Chris Nietveld naar voor en leidt ons binnen in de wereld van de Poolse schrijfster Olga Tokarczuk. We bevinden ons in het dorpje Oer, ergens verloren in Polen. De achterwand is nu tot leven gekomen. We zien er een watermolen staan. Als we goed rondkijken zien we iemand met een piepkleine camera een piepklein model van een watermolen filmen. Meteen zien we dat Hotel Modern aan de slag is. Naast de acteurs zullen de drie leden van het Rotterdamse collectief mee een wezenlijk onderdeel van de voorstelling vormen.
Alles wat in de teksten wordt aangehaald of beschreven, zal op vijf bewegende schermen concreet worden. Stokjes en twijgjes zullen door de camera omgetoverd worden tot bossen en landschappen. We zullen bloemen zien, en bomen die worden ondergesneeuwd. Een hoopje twijgen en droge bladeren worden met een bunsenbrander in brand gestoken, en op het scherm zien we de wereld in vuur ten onder gaan. Met zorg wordt een huis gebouwd – in een soort aquarium. Als de vernietiging van de Tweede Wereldoorlog losbreekt, breekt een pandemie los, met lichtschichten en elektronische effecten, die de toeschouwer platslaan, net voor de pauze.
In het tweede deel wordt een huis gebouwd – in een soort aquarium- maar overweldigend ‘echt’ op het scherm. We zijn dan in de moderniteit aanbeland, en nu komt een auto op het scherm langsrijden. Een dokter rijdt per motorfiets op zoek naar medicijnen – een combinatie van scherm en persoon. Alles is hier technisch meesterlijk.
Op de schermen zorgt dit alles voor een filmisch realisme. Maar op het toneel kunnen we altijd zien hoe het beeld gemaakt wordt. Het is een spel van maken en illusie creëren, iets wat volledig in de visie van regisseur Guy Cassiers past. Het betrekt de toeschouwer en plaatst hem tezelfdertijd op een afstand. Laat ik dit ‘dubbel kijken’ noemen, wat een eerlijke ervaring oplevert. Drie uur lang zal Hotel Modern met een spel van beelden de toeschouwer laten vertoeven in het dorp Oer.
THEOLOGISCHE BESPIEGELINGEN
De verschillende bewoners van het dorp zullen hun wederwaardigheden vertellen. In de romanbewerking van Peter van Kraaij gebeurt dat in korte scenes, waarbij de spelers vooral vertellers zijn. Ze gebruiken twee registers: ofwel berichten ze van buitenaf, of ze leven zich in een personage in. Korte stukjes vormen puzzel, waarbij niet de mensen centraal staan maar wel het dorp. De talrijke verhaallijnen blijven hierdoor naast elkaar staan. De tijd glijdt voorbij met kleine en grote problemen.
Dat zien we in het verhaal van Genofewa (Chris Nietveldt), die we volgen vanaf het moment dat ze kinderen krijgt tot ze in een rolstoel zit en sterft. Eerst ontmoeten we haar in 1917. Ze moet alleen voor het molenaarsbedrijf zorgen, want haar echtgenoot zit aan het front. Ze is de eerste sterke vrouw van het stuk. Er komt een jongen langs, op wie zij verliefd wordt. Ze zal een bastaard baren. In de verdere afwikkeling van dit verhaal, kan je bij de terugkeer van de echtgenoot een grote tragedie verwachten. Maar deze driehoeksverhouding is niet meer dan een anekdote over het leven zoals het is. Een samenvatting van deze levensfilosofie vinden we in de woorden van dochter Floortje: ‘De mensen denken dat de oorzaak van de waanzin een grootse en dramatische gebeurtenis is, een soort lijden dat niet te verdragen is. Maar dat is niet zo.’ Deze afwijzing van grote dramatische conflicten bepalen de sfeer van de avond. Belangrijker is het verglijden van de tijd en het krijgen van kinderen. Zo dwingt Tokarczuk tot een milde blik op de dorpsbewoners.
Daar de tijd voorbijgaat komen ook de beroerde tijden van de twintigste eeuw langs. Er is de passage van een Duits soldaat. Hij omschrijft kort waar het nazisme voor staat: voor hem is een algemene reiniging van de maatschappij noodzakelijk. Later vernemen we dat hij doodgeschoten is. Na de oorlog verschijnen de communisten. Zij palmen de bezittingen van de grootgrondbezitters in. In Oer gaat het dan om Popielski. Hij is echter niet met politiek, wel met godsdienst bezig. Hij krijgt van een rabbijn een boek, waaruit hij voorleest. Het zijn alternatieve Bijbelverhalen. Zo staat er in het boek dat het conflict tussen Kaïn en Abel eindigt met de moord op Abel. Centraal staat de vraag of God bestaat. Misschien is hij slechts een verzinsel van de mens. Wat ketterse, of gnostische versies van de Bijbelverhalen, zijn onderwerpen die Tokarczuk erg bezighouden, want het is een materie die ze in andere romans verder heeft uitgespit.
EXPLOSIES VAN STERREN EN ZWARTE GATEN
De verschillende passages uit het boek worden voorgelezen door Gijs Scholten van Aschat. Daar hij aan de teksten een ironische draai geeft, zijn deze theologische bespiegelingen luchtige intermezzo’s geworden, die briljant worden gebracht. Tenslotte vlucht Popielski in de waanzin, zonder dat de politiek daarbij een bijzondere rol speelt.
Door het groot aantal personages kan Tokarczuk een aantal thema’s aanraken, die naast elkaar blijven staan. Er is het belang van kinderen, de belangstelling voor de natuur, het dreigende van het bos, het verzet tegen de maatschappelijke verandering, de vrees voor de stad. Heel belangrijk is de stoet van sterke vrouwen.
Een heel apart personage is Izydor, sober en met grote intensiteit vertolkt door Maarten Heijmans. Hij is een buitenstaander, de grote eenzame van het dorp. Op het einde sterft hij in het volle bewustzijn van het verlies. De ruimtes binnenin, zegt hij, ‘vielen in kleine stukjes uit elkaar.’ Het sterven is dan ‘een vernietiging die vele malen verschrikkelijker was dan al het andere, dan de oorlog, dan branden, dan explosies van sterren en zwarte gaten.’ Zo stelt Tokarczuk de drama’s die zich in de wereld afspelen tegenover het persoonlijke leed. Het ergste is het verdwijnen van het individu, dat geen enkel spoor nalaat.
Deze pessimistische noot sluit het stuk niet af. In de laatste scène komt Adelka (Ilke Paddenburg) naar het dorp terug om voor haar oude vader Pawel (Minne Koole) te zorgen. Het is het enige echt tedere moment van de avond. Voor het allerlaatste beeld wordt nog een symbolisch element gebruikt. Bij het begin van de avond heeft de grootvader Michal (Eelco Smit) een ouderwetse koffiemolen meegebracht. Die is in de familie gebleven en wordt nu door kleindochter Adelka tevoorschijn gehaald. Het is een dubbelzinnig beeld, vanuit de opbouw van de voorstelling fungeert de koffiemolen als een afsluiting, een cirkel die rond is. De draaiende beweging van het malen kan ook betekenen: het leven, met zijn duizend anekdotes, gaat verder.
De voorstelling draagt duidelijk de handtekening van Guy Cassiers. Zijn samenwerking met Hotel Modern levert een resem van pakkende, verrassende beelden op. Ze maken de vertelling, beeld na beeld, concreet. Met de spelers van het gezelschap van ITA heeft hij een schitterend instrument in handen. Zijn zoeken naar wat onderkoelde eerlijkheid vind je bij iedereen terug: dat geldt voor de bekende leden van het gezelschap. Iemand als Frieda Pittoors treft in enkele korte tussenkomsten een overrompelende waarheid. Maar ook nieuwkomers zoals Laura De Geest, Daniël Kolf of ‘Ntianu Stug zijn als personage en als verteller overtuigend en boeiend. Zo is deze voorstelling op alle vlakken stijlvast. Alle gemaakte keuzes vormen een esthetisch zuiver geheel. Dit verblijf in het dorp Oer behoort tot een van de sterkste voorstellingen die Guy Cassiers in zijn rijke carrière gemaakt heeft.
-
Speeldata Oer en andere tijden
- Bekijk al onze speeldata in de agenda
-
Makers
-
naar het boek Oer en andere tijden van Olga Tokarczuk
Regie Guy Cassiers live animatie Hotel Modern bewerking en dramaturgie Peter Van Kraaij spelers Pauline Kalker, Arlène Hoornweg, Chris Nietvelt, Maarten Heijmans, Janni Goslinga, Gijs Scholten van Aschat, Laura De Geest, Eelco Smits, Ilke Paddenburg, Minne Koole, Frieda Pittoors, Daniel Kolf, ‘Ntianu Stuger maquettes Hotel Modern Herman Helle, Arlène Hoornweg, Marsha Agerbeek, Juliet Campfens, Dirk Vroemen masker Kirsten Hutschemakers videotechniek Pablo Strörmann camera Robbert So
Oer en andere tijden is een coproductie van ITA en Hotel Modern