


- Premierejaar 2007
In Rococo laten we een wereld zien waarin twee beren worden geleid door ongebreidelde onderzoeksdrift. De beren worden gespeeld door spelers met realistisch ogende berenmaskers. Het decor bestaat uit een ongelofelijke hoeveelheid troep, een rommelzolder waarin uren rondgeneusd kan worden. De beren zijn, zonder te weten hoe, terechtgekomen in deze menagerie.
Zij spelen met de spullen, blazen als poppenspelers objecten steeds een nieuw en ander leven in. Ze leven soms wrede, dan weer tedere, vaak seksuele fantasieën uit. De voorstelling is een ode aan vrijheid van geest en een liefdesverklaring aan speelse creativiteit.
Na een aantal jaren intensief bezig geweest te zijn met zware thema’s wilden we onze lichte, anarchistische kant en de creatieve kracht van chaos aanboren. Ons uitgangspunt was de constructieve en destructieve kracht van nieuwsgierigheid. We lieten ons daarbij inspireren door het surrealisme, de Fluxusbeweging en het werk van de kunstenaars Paul McCarthy, Calder, Wim T. Schippers en Tinguely.
"Te midden van de grote puinhoop op het toneel bevinden zich twee echte spelers (Pauline Kalker en Herman Helle). Allebei met berenmasker. Waarom deze twee primitief ogende figuren op deze rommelige plek zijn beland is onduidelijk, maar ze zijn hier klaarblijkelijk nog maar net. Al snel beginnen ze deze nieuwe wereld te verkennen en naar hun hand te zetten. Voorwerpen worden onderzocht en gebruikt in rare spelletjes. Een obsessieve nieuwsgierigheid maakt zich van hen meester." (Volkskrant)
"De beer op het toneel ligt op zijn rug op een karretje. Ter hoogte van zijn kruis houdt hij een meterslange buis omhoog. Het ding is van grijs isolatiemateriaal en buigt een beetje door. Traag rolt de beer zich tussen de spullen door die op de speelvloer staan. Met de punt van zijn grijze wiebelslurf tast hij de kop af van een grote stenen hond. En wat het publiek al grinnikend zag aankomen, gebeurt: de slurf vindt de openstaande bek van de hond en beweegt zich eens even lekker in en uit dit gaatje." (Vrij Nederland)
"Rococo is een voorstelling over verwondering. Licht op het eerste gezicht, maar de twee figuren die op het einde voeten staan te roosteren boven een nagemaakt vuurtje, werpen vragen op over de wereld waarin zij en de wereld waarin wij leven." (Urban Mag)

-
Recensies & artikelen
-
Selectie Theaterfestival 2008
Op zoek naar schoonheid in een ontplofte wereld waar seks en lust de boventoon voeren.
door de jury Lees Verder
Rococo werd geselecteerd voor zowel het Vlaamse als het Nederlandse Theaterfestival 2008
Het juryrapport:
Hoe zielig kan een mens zijn? Met een inventieve en ook destructieve ontdekkingsdrang gaan twee spelers van Hotel Modern met hun inmiddels kenmerkende vingercamera’s op zoek naar schoonheid in een ontplofte wereld waar seks en lust de boventoon voeren. Onderzoekend, naïef èn heel geestig laten ze hun scheppingsdrang botvieren op alle voorwerpen die ze in de puinhoop terugvinden. In berengedaante zijn het spelende kinderen die hun driften volgen maar nooit de voldoening vinden waar ze zo naar op zoek zijn. Schaamteloos en zonder regels of conventies onderzoeken ze alle freudiaanse lusten. Het slotbeeld toont twee trieste figuren in hun overhoop gehaalde wereld. De Apocalyps daalt neer en alles wordt weer afval.2008
-
Ik zag twee beren……
De beer op het toneel ligt op zijn rug op een karretje. Ter hoogte van zijn kruis houdt hij een meterslange buis omhoog. Het ding is van grijs isolatiemateriaal en buigt een beetje door. Traag rolt de beer zich tussen de spullen door die op de speelvloer staan. Met de punt van zijn grijze wiebelslurf tast hij de kop af van een grote stenen hond. En wat het publiek al grinnikend zag aankomen, gebeurt: de slurf vindt de openstaande bek van de hond en beweegt zich eens even lekker in en uit dit gaatje.
door Marijn van der Jagt, Vrij Nederland Lees de hele recensie
De luchtige voorstelling Rococo van theatergroep Hotel Modern lijkt een radicale breuk met hun hiervoor gespeelde/gefilmde maquettestukken vol menselijke wreedheden. Zij gaat over seks.
De beer op het toneel ligt op zijn rug op een karretje. Ter hoogte van zijn kruis houdt hij een meterslange buis omhoog. Het ding is van grijs isolatiemateriaal en buigt een beetje door. Traag rolt de beer zich tussen de spullen door die op de speelvloer staan. Met de punt van zijn grijze wiebelslurf tast hij de kop af van een grote stenen hond. En wat het publiek al grinnikend zag aankomen, gebeurt: de slurf vindt de openstaande bek van de hond en beweegt zich eens even lekker in en uit dit gaatje.
Hotel Modern had het aangekondigd. De nieuwe voorstelling Rococo zou gaan over seks. En wie de Rotterdamse theatergroep een beetje kent, weet dat dit geen geijkte plaatjes zal opleveren. De groep van Herman Helle, Arlène Hoornweg en Pauline Kalker heeft naam gemaakt met bijzondere voorstellingen waarbij beeldende kunst, theater en film in elkaar grijpen. De specialiteit van Hotel Modern is de animatiefilm die ter plekke wordt opgenomen in zelfgekunstelde maquettedecors en geprojecteerd op een scherm. De maquettes stellen landschappen voor of dichtbevolkte wereldsteden, en de spelers staan daar als reuzen boven en middenin. Met piepkleine vingercamera’s registreren ze de taferelen die ze zelf met hun handen in beweging brengen. Zo ontstaat een fascinerend dubbelbeeld: op een groot beeldscherm zie je de opgeblazen filmtaferelen, terwijl je ook kunt kijken naar de acteurs die de beelden creëren, en die als goden over landschappen of wereldsteden heersen.
Met deze ‘live animaties’ boekte Hotel Modern zeven jaar geleden haar eerste publiekssucces: De Grote Oorlog. In bakken met modder lieten de spelers soldatenlaarsjes rondstampen tussen bomen van struiken peterselie, die met bunsenbranders in de fik werden gestoken. Met genoegen kon je het creatieve geweld aanschouwen waarmee de acteurs tekeer gingen in hun maquettes. Maar wie naar het beeldscherm keek, voelde de angst en de beklemming van een soldaat in de loopgraven. Massaslachtingen werden met speelgoedsoldaatjes nagebootst. Adembenemend en aangrijpend was het beeld van een berg lijken, waar de spelers met een aantal simpele handelingen de seizoenen overheen lieten gaan. Sneeuw viel op de berg, de lente liet groen tussen de lijken ontspruiten en voor je ogen zag je de lichamen opgaan in het landschap.
Een gebeurtenis verbeelden die ons voorstellingsvermogen eigenlijk te boven gaat. Daar heeft Hotel Modern zich sinds De Grote Oorlog mee beziggehouden. In De man met vijf vingers konden we de aanslagen op de WTC-torens herbeleven, gefilmd in een metropool van melkpakken die bewoond werd door gezichtsloze kleifiguurtjes. Voor de voorstelling Kamp bouwden de Rotterdammers een schaalmodel van Auschwitz, en dirigeerden gevangenen – in clusters van aan elkaar geplakte poppetjes – door het barakkenterrein, met als eindstation de verbrandingsoven. Zonder sentimentaliteit en zonder commentaar, maar met een genadeloze precisie lieten de spelers van Hotel Modern deze historische gruweldaden door hun handen gaan. De gebeurtenissen werden letterlijk teruggebracht tot grijpbare proporties, in een poging ze te bevatten en misschien te verwerken.
Enthousiaste coïtus
De nieuwe voorstelling lijkt een radicale breuk met deze maquettes. In Rococo zien we Herman Helle en Pauline Kalker in de weer met een hoop spullen, maar nu bevinden ze zich daar middenin. Verkleed als beren struinen ze door een lading rotzooi, die half uit kartonnen dozen komt puilen. Er zitten nog een paar van die geweldige live animatiefilmpjes in, uitgevoerd door de twee beren, maar de nadruk ligt niet op het manipuleren en organiseren. De beren spélen met de rommel. Uiteenlopende verpakkingsmaterialen, afgedankte huisraadartikelen, plastic lichaamsdelen van etalagepoppen en beschadigde kitschbeeldjes – het wordt allemaal door de beren besnuffeld, betast en op diverse kwaliteiten getest. De voorstelling heeft iets naïefs: de beren, met onder hun grote behaarde dierenkoppen een relatief klein, aangekleed mensenlijfje, zouden zo weggelopen kunnen zijn uit een kinderboek. Met een opgewekte nieuwsgierigheid maken ze de afvaltroep tot speelmateriaal. Dat ze daarbij regelmatig nogal vunzige activiteiten uitoefenen – stokjes moeten in gaatjes, met een moersleutel wordt geprobeerd om aan een tevoorschijn gefrummelde (mensen)piemel te draaien – doet niets af aan hun kinderlijke voorkomen. Seksuele handelingen worden getoond als onderdeel van een ontdekkingstocht, en behouden daardoor een zekere onschuld. Met beschadigde kitschbeeldjes en gekleide fallussen en vagina’s creëren de beren hun vrolijke versie van een seksfilm: terwijl twee voor elkaar geschapen lichaamsdelen in een enthousiaste coïtus verwikkeld zijn, zoekt het beeldje van een nuffig kijkende rococo-prinses via de camera de blik van het grinnikende theaterpubliek.
Arbeidsintensieve porno
De recensies waren wisselend – ‘boerenlol’ noemde NRC Handelsblad de voorstelling. Rococo lijkt luchtig na de voorstellingen over historische gruwelen, maar als je deze speeltuin beziet in het verlengde van de massavernietigingstaferelen, dan is het alsof de theatermakers de menselijke verbeelding opnieuw uitvinden.
‘Na Kamp was er zoveel vraag naar De Grote Oorlog, dat we die weer een jaar hebben gespeeld,’ zegt Herman Helle. ‘Dat kwam wel goed uit, want we wisten even niet meer wat we moesten maken. We hebben ons jarenlang voornamelijk beziggehouden met wat ánderen hebben bedacht. We wilden zelf weer eens fantasievoller bezig zijn, maar alles wat we probeerden, leek na die loodzware onderwerpen oppervlakkig. We stuitten op dezelfde vraag die filosofen en kunstenaars zich na de Tweede Wereldoorlog hebben gesteld: is er nog poëzie mogelijk na Auschwitz?’ Het idee om beren te spelen, bood een uitweg. ‘Alles wat mensen doen, is op een toneel meteen zo betekenisvol, maar een beer heeft iets raadselachtigs.’
De gedachte om zelf porno te gaan vervaardigen, ontstond op een Rotterdams housefeest waar harde porno op de muren werd geprojecteerd. Flauw en inspiratieloos vond Helle die beelden, en ter plekke bedacht hij hoeveel leuker het zou zijn om animatiepoppetjes dezelfde handelingen uit te laten voeren. ‘Maar dan wel op een liefdevolle, zorgvuldige en arbeidsintensieve manier.’
In wezen is Rococo niet heel anders dan wat Hotel Modern eerder maakte. De groep heeft altijd al absurdistische taferelen geschapen, alleen waren die de laatste jaren geënt op een grimmige historische werkelijkheid. Niet voor niets is juist de dada-beweging een grote inspiratiebron voor de Rotterdammers: die zette absurdisme in om de harde werkelijkheid te becommentariëren, op zijn kop te zetten.
Wie de beren in Rococo beziet, merkt bovendien dat ook deze speelvoorstelling in het teken staat van een verontrustend onderzoek naar de menselijke natuur. De beren ontdekken niet alleen de seksuele mogelijkheden van allerhande materiaal, maar ontpoppen zich ook als uitvinders die razendsnel van de prehistorie in het technologische tijdperk belanden. Ze ontdekken hoe ze dingen in beweging kunnen brengen, knutselen ufo-achtige objecten in elkaar die ze laten opstijgen, en het enorme zelfgemaakte houten vliegtuig dat de hele voorstelling lang boven de afvalberg hangt, lijkt een voorbode van wat het menselijke vernuft ons nog allemaal gaat brengen. In goede én in kwade zin.
16-2-2008
-
Een wereld zonder sociale conventies
Te midden van de grote puinhoop op het toneel bevinden zich twee echte spelers (Pauline Kalker en Herman Helle). Allebei met berenmasker. Waarom deze twee primitief ogende figuren op deze rommelige plek zijn beland is onduidelijk, maar ze zijn hier klaarblijkelijk nog maar net. Al snel beginnen ze deze nieuwe wereld te verkennen en naar hun hand te zetten. Voorwerpen worden onderzocht en gebruikt in rare spelletjes. Een obsessieve nieuwsgierigheid maakt zich van hen meester.
door Vincent Kouters, Volkskrant Lees de hele recensie
Het decor is een kunstwerk op zich. Voor hun nieuwste voorstelling Rococo hebben de theatermakers van Hotel Modern de Studio bovenin de Rotterdamse Schouwburg veranderd in een enorme rommelzolder. Met wat oude meubelstukken, een hoop gereedschap, restjes bouwmateriaal, oude kleren. Dozen waar ooit grote elektronische apparaten in zaten, staan torenhoog opgestapeld en blijken gevuld met nog meer zooi: plastic schedels bijvoorbeeld, verfrollers en opvallend veel ontstoppers. Tussen dit alles staan ook nog tafels met beeldjes en poppetjes.
Hotel Modern is bekend geworden met voorstellingen waarin ze een bepaald thema uitbeelden met behulp van een vingercamera en een speelvloer vol poppetjes, beeldjes en maquettes. Onbezielde objecten worden op wonderbaarlijke wijze tot leven gewekt op een projectiescherm. In De Grote Oorlog en Kamp ensceneerden ze zo scènes uit de Wereldoorlogen. Rococo is een theatraal onderzoek naar nieuwsgierigheid en lust, waarin de maquettes slechts een bijrol spelen.
Te midden van de grote puinhoop op het toneel bevinden zich twee echte spelers (Pauline Kalker en Herman Helle). Allebei met berenmasker. Waarom deze twee primitief ogende figuren op deze rommelige plek zijn beland is onduidelijk, maar ze zijn hier klaarblijkelijk nog maar net. Al snel beginnen ze deze nieuwe wereld te verkennen en naar hun hand te zetten. Voorwerpen worden onderzocht en gebruikt in rare spelletjes. Een obsessieve nieuwsgierigheid maakt zich van hen meester. Dozen worden opengetrokken en leeggegooid. Van ontstoppers en isolatiemateriaal worden mannetjes gebouwd. Laarzen worden volgegoten met water. Binnen een uur werken ze zich zo door de hele rotzooi heen. Ze veranderen de nog enigszins geordende rommelzolder in een weerzinwekkende vuilnisbelt.
In de onbevangen manier waarop ze met alle spullen omgaan, doen ze sterk denken aan spelende kinderen. De naïeve manier waarop ze spullen weer uit hun handen laten vallen, als ze er klaar mee zijn, versterkt dat beeld. Schaamteloos laten ze de plastic schedels tongzoenen, animeren ze poppetjes met gigantische erecties (wel weer met de vingercamera) en spelen ze lange tijd met een door een van hen vers gelegde drol.
Zo zit het barstensvol Freudiaanse verwijzingen. Deze fantasievolle verbeelding van een wereld zonder sociale conventies, waarin zinnelijke impulsen de vrije loop krijgen, is confronterend en grappig tegelijk. Dat die tomeloze menselijke ontdekkingslust die in Rococo zo levendig wordt verbeeld, ook een keerzijde heeft, blijkt uit het slotbeeld. Hierin zien we de twee figuren terug in een triestig soort van postapocalyptische wereld. Alle spullen zijn opgebruikt en veranderd in afval. Wat rest is: overleven.
24-12-2007
-
Speeldata Rococo
- Bekijk al onze speeldata in de agenda
-
Makers
-
Makers en spelers Pauline Kalker, Arlène Hoornweg, Herman Helle Muziek en geluidsconcept Arthur Sauer Maskers Kirsten Hutschemakers, Wim Groen Schuimobjecten Barbara Witteveen Productie-assistent Heleen Wiemer Decor-assistent Stefan Gross Lichtontwerp Jan Joris Lamers Techniek Joris van Oosterhout, Saskia de Vries Affiche en flyerontwerp Ralph Prins Illustraties Herman Helle Subsidie Fonds Podiumkunsten, Gemeente Rotterdam