Spelenderwijs
“Ik droom van theater als spel”, besluit Sidi Larbi Cherkaoui zijn State of the Union op de eerste dag van Het Theaterfestival in Antwerpen. Zijn woorden zijn nog niet koud of hij wordt op zijn wenken bediend door het Nederlandse gezelschap Hotel Modern dat op diezelfde openingsdag in de Bourla hun Rococo brengt.
Op de scène twee figuren met een mensenlichaam en een berenmasker te midden van wat we als rotzooi zouden omschrijven. Een samenraapsel van voorwerpen als buizen, dozen, beelden en beeldjes met fallussen, wc-ontstoppers en vooral veel objecten die naar verval verwijzen. Skeletten, doodshoofden en schoenen waar nog voeten in zitten. De lelijkheid van deze voorwerpen staat in contrast met de schoonheid van de Rococo-popjes die gebruikt worden. Rococo-popjes? Kitscherige porseleinen popjes met een veel te schattige gelaatsuitdrukking. Die zo schoon zijn dat ze het gewoon vragen om bevuild te worden. Om ontsierd te worden. Het licht knippert aan en uit.
De twee halfmensen gaan heel speels om met de voorwerpen die ze op scène tegenkomen. Met een kinderlijke nieuwsgierigheid gaan ze op zoek naar hoe ze elk voorwerp kunnen gebruiken en misbruiken. Het instemmend gegniffel in de zaal geeft te kennen dat de fantasie van de acteurs raakpunten heeft met die van het publiek. Want kinderlijk onschuldig blijven ze niet. In Rococo zien we wezens die hun fantasie de vrije teugels geven. Een fantasie die beheerst wordt door seksuele driften. Want hoewel de beermensen het gebruik en de betekenis van voorwerpen niet weten of vergeten blijken te zijn, beschikken ze wel over de vaardigheden van de mens. Ze weten wat ze kunnen doen, niet wat ze moeten doen. Al spelende leren ze wat de voorwerpen die hen omringen zouden kunnen betekenen. Iemand die het hen kan voordoen hebben ze niet. In wat voor wereld leven zij eigenlijk? Een wereld die vol erotische en lugubere voorwerpen ligt. Een wereld die zij lijken te manipuleren, tot uiteindelijk een macht superieur aan hen een einde maakt aan hun spel en de grond onder hen wegtrekt. En wat zegt dit eigenlijk over onze wereld?
In Rococo zien we twee acteurs (Herman Helle en Pauline Kalker) spelen. Echt spelen. Soms als een kind dat zou doen. Soms wat grotesk, soms ingetogen. Ze zijn op hun best op de momenten dat ze erin slagen de kleine voorwerpen waar ze mee spelen tot leven te wekken in de filmpjes die ze met een minicamera maken. Een techniek waarmee Hotel Modern al eerder zijn kunnen heeft bewezen. Voor het geluid zorgen de acteurs grotendeels zelf. Spelenderwijs. Door over bommetjesplastiek – of hoe heten die luchtkussentjes waarmee vervoerde materialen beschermd worden – te rijden of erop te springen, door op voorwerpen te slaan, erin te boren, kortom door te spelen.
Rococo is een voorstelling over verwondering. Licht op het eerste gezicht, maar de twee figuren die op het einde voeten staan te roosteren boven een nagemaakt vuurtje, werpen vragen op over de wereld waarin zij en de wereld waarin wij leven.
23-08-2008