Theatergroep Hotel Modern brengt loflied op de stad (interview)
Wie voor de eerste keer in een grote stad komt, verwondert zich over de drukte en de omvang, over de hoge gebouwen en het gewriemel daaronder van auto’s, fietsers en voetgangers. Maar dat went snel. En wie zelf in een stad woont, vindt al helemáál alles vanzelfsprekend. De Rotterdamse theatergroep Hotel Modern heeft een voorstelling gemaakt waarin de stad weer iets bijzonders wordt. Op het toneel is met manshoge dozen – de verpakkingen van ijskasten en wasmachines – een wereldstad gebouwd. Er is niet één bepaalde stad in te herkennen. Er zijn wolkenkrabbers, maar bovenop zo’n torengebouw staan ineens weer kleine dorpse huisjes. ‘Het is een mengsel tussen Rotterdam, New York, Hong Kong en Zutphen’, zegt Pauline Kalker van Hotel Modern, die de voorstelling met haar medespelers bouwde en deze ook ‘bespeelt’.
Tussen die kartonnen bouwwerken laten de acteurs in Heden Stad het dagelijkse leven zien van de bewoners. Ze spelen die bewoners soms zelf: in zo’n doos past net het huishouden van één persoon. Maar het dozendecor is tegelijkertijd een soort maquette, waarin de acteurs als spelende kinderen de autootjes laten rijden en personages van alles laten meemaken. ‘Het is Madurodam,’ lacht Pauline Kalker, ‘maar dan beweegt in onze voorstelling alles.’ Het leuke is, dat de spelers daar onverwachte spullen voor gebruiken. De autootjes zijn pistoletjes, de stadsbus is een heel wit brood, ongesneden, en een stokbrood dient als vliegtuig. De voetbalsupporters zijn blikjes bier, maar voor hele nette mensen op een feestje gebruiken de spelers juist elegante parfumflesjes.
Er gebeuren soms nare dingen in de stad – de voetbalsupporters maken van alles kapot, een wanhopige banaan stort zich van een gebouw, en de mensen die we leren kennen in hun dozenhuisjes hebben best iets eenzaams. En toch is het een voorstelling waar de toeschouwers heel gelukkig van worden. Dat komt door de creativiteit van de spelers, die met deze voorstelling dan ook prijzen hebben gewonnen. Maar het komt ook doordat het publiek zich weer over de stad kan verwonderen, alsof ze er voor de eerste keer komt. ‘Het is een loflied op de stad’, zegt Pauline Kalker. ‘Als de stad de laatste tijd in het nieuws is, gaat het meestal over de negatieve kanten ervan – de angst, de misdaad, het gebrek aan ruimte. Maar wij laten zien hoe mooi het eigenlijk is dat er zo veel dingen dwars door elkaar gebeuren en dat de stadsbewoners zo dicht op elkaar samenleven. Met elkaar zijn we één groot levend wezen.’
Eigenlijk is de stad de hoofdrolspeler in deze voorstelling. Een uur lang maakt het publiek mee hoe de stad van sfeer verandert: hoe de drukte van de ochtendspits op gang komt, hoe magisch het is als ’s avonds de lichtjes aangaan, en hoe dan langzamerhand de stilte van de nacht weer neerdaalt. Met de onbevangen blik van een kind genieten van de eerste wittebrood-bus die de hoek om komt, die ervaring geeft Heden Stad weer terug aan elke volwassene die komt kijken.
2010